Als jochie gaat Erik op klassiek pianoles. Maar hij is
geen uitzondering op de regel, want zoals het vaker gaat: het jeugdig
enthousiasme vraagt vaak om het snellere werk. Dus tijdens het oefenen van zijn
klassieke partituren vervalt hij al snel in boogiewoogie improvisaties en blues
standards.
Op de middelbare school volgt het eerste bandje waarmee
hij zich in de kijker speelt: The Unapplied. Zowat alle zalen en cafés in de
buurt struinen ze af met covers van de grote jaren-90-bands. Pearl Jam, Black
Crowes, Radio Head en Guns ’n Roses. Dat soort werk.
Na The Unapplied gaat Erik spelen in de blues- en
soulformatie G-String, de Herman Brood Tribute Street, het semi-akoestische
Snapshots en gelegenheidsformaties als Dwars en Secret Basement Society.
Vessel is wer een nieuw hoofdstuk. Hier voelt hij zich als een vis in het water. Zijn motivatie vraagt om weinig woorden: ‘Met
Vessel ben ik weer terug bij mijn eerste echte liefde: de blues’.